"Het Boek"

 

 

 

Fragment 10

Titel van "het Boek"

U heeft dit boek gekocht, wellicht cadeau gekregen of geleend van iemand anders of uit de bieb gehaald. Waarom eigenlijk? Een goede recensie of lag dit boek al weer in de ramsj en zat u met een boekenbon die zijn geldigheid bijna had verloren? Was het de titel die U pakte of de teksten op de achterflap? Deed U het om het Boekenweekgeschenk of een dagje gratis met de trein als U in het bezit bent van dat geschenk, dat het op die dag meer op veevervoer lijkt dan op iets anders neemt U wellicht op de koop toe. Wellicht werd U gegrepen door de korte samenvatting voorin zoals die door het bibliotheekwezen is vervaardigd?

Met deze vragen is er al vanaf het begin af aan sprake van interactie tussen u als lezer en mij als schrijver. Tenminste, dat hoop ik. Want ik wil mij graag door U vergezeld voelen op mijn reis door een aantal bewogen jaren. Een doorlopende reis (toevallig?) onderweg naar Santiago de Compostela. Ik noem deze periode ook wel “al lopend puzzelen” en dat valt niet mee, dat kan ik U verzekeren.

Regelmatig gooide ik de afgelopen tien jaar alle puzzelstukjes weer op een grote hoop en begon vol vertrouwen opnieuw met het in elkaar passen van de ontelbare stukjes. Als ik het zelf al niet deed zorgden onverwachte gebeurtenissen er wel voor dat alles weer door elkaar kwam te liggen. Dit meestal op een moment dat ik dacht dat het eind in zicht kwam.

U zult er al lezend niet aan ontkomen stelling te nemen naar aanleiding van wat ik zo al dan niet terloops aan de orde stel. Wellicht jeuken uw handen regelmatig om een puzzelstukje in uw hand te nemen en op de goede plaats te leggen. 

U zult zich wellicht afvragen onder welke rubriek dit boek is onder te brengen. Sciencefiction, een egodocument, een realistische roman, een modernistisch schrijfsel waarbij onduidelijk blijft of er nu sprake is van een verhaal over iets wat werkelijk gebeurd is of totaal verzonnen.

Wat mij betreft: ik houd het graag simpel. Dit boek gaat over mij; dit boek gaat over het helemaal opnieuw uitzoeken van de legpuzzel, het herordenen in de afgelopen tien jaar.  Ik deed dit tijdens mijn talloze tochten die verband houden met het “pelgrimeren naar Santiago de Compostela”. Het gaat over de talloze associaties die al lopend en fietsend bij me opkwamen; het is zin en regelrechte onzin, ogenschijnlijk dwars door elkaar en ongeordend. Maar het is vooral het proces van vallen en opstaan, soms vijf stappen vooruit en drie  achteruit zoals in de Echternachprocessie[j.j.a.m. 1] . Al lopend een legpuzzel leggen is niet zo eenvoudig; ik zei het U al.

Totdat iemand mij kort geleden op een moment dat ik het niet meer verwacht had mij het altijd maar ontbrekende puzzelstukje aanreikte waardoor alles op zijn plaats bleek of is het misschien toch LEEK te vallen. Toen was het afmaken een fluitje van een cent. 

Met dank aan de heilige Jacobus, die mij in de afgelopen jaren geleerd heeft open te staan voor al datgene wat zich op de (levens)weg voordoet. Niet alleen open te staan voor maar vooral: te accepteren.

 

In de loop der jaren bedacht ik meerdere titels voor een te schrijven boek. “Zin en onzin op de camino”,  “ontmoetingen en liefdes op de camino”, “een barre tocht” waarbij het “barre” slaat op alle barretjes en kroegen die ik onderweg tijdens mijn tochten in Frankrijk en Spanje aandeed. Uiteindelijk heb ik gekozen voor de titel die nu op de omslag prijkt.

“Zin en onzin op de camino”. “Ontmoetingen en liefdes op de camino”. Titels die op zich best gekund zouden hebben, maar toch door mij verworpen als “second best”. Een ander mag ze – ruimhartig als ik ben – rustig gebruiken. Waarom verworpen? Gewoon omdat de gekozen titel de meest persoonlijke is en dus het beste bij me past.

 

Normaliter geldt het adagium: als je in de leegte loopt wordt je hoofd ook leeg. Bij mij werkt dat centrum echter op een totaal andere manier. Hoe leger de weg die ik bewandel hoe meer hokjes er bij mij boven open gaan. Er ontstaat bij het minste en geringste kortsluiting

 Ik kan onmogelijk zeggen:” boven is het stil”, de titel van een onwijs goed, niet zo lang geleden verschenen  boek overigens. Boven ligt vader die geacht wordt “dood te zijn”. Een echte aanrader. Bij mij werkt het anders:  ter plekke verzin ik complete cabaretprogramma’s.  Cabaretteksten waarin op vrolijke, humoristische en satirische wijze haarscherpe wijze levenslessen worden neergezet.


 [j.j.a.m. 1](De dinsdag na Pinksteren gaat ter ere van Willibrordus de springprocessie of processie van Echternach (Luxemburg)  uit. De deelnemers zijn aan elkaar vastgemaakt met witte zakdoeken en doen vijf stappen vooruit en drie stappen achteruit, dit al springend. Deze processie gaat reeds uit van in de Middeleeuwen toen de bevolking een gelofte deed aan de H. Willibrordus. Hij werd aanbeden voor epilepsie, krampaanvallen en zenuwziekten.)

 

 

Fragment 11

CABARET OF BOEK?

Het nadeel van een cabaretvoorstelling is dat je met een eenmalig optreden de kost niet kunt verdienen. Voordat je het weet reis je stad en land af en treed je op bij alle afdelingen van het St. Jakobsgenootschap en vervolgens bij de talloze bijeenkomsten van plattelandsvrouwen. Honderd dagen per jaar is niks. Erg vermoeiend en wat brengt het op? Een flesje wijn en een boekenbon. En met een beetje geluk een klein stukje in het parochieblaadje (immers het cabaret gaat ook over Sint Jacob, heilige, net zoals pater Houben sinds kort hartstikke heilig is).

Maar even goed zou een cabaretprogramma kunnen leiden tot een wekenlang uitverkocht Carré in Amsterdam. Ik moet er niet aan denken. Ik heb namelijk last van hoogtevrees. Nu zult u ongetwijfeld denken: lees ik het echt goed? Een cabaretier staat normaliter op het toneel en die plek kenmerkt zich nu juist door het feit dat het laagste punt is (ook wel het dieptepunt) van de zaal. Goed opgemerkt, maar hieruit blijkt dat u mij nog niet goed kent. Ik ben namelijk heel in- en meelevend. Als de man van het licht een bundel richt op de mensen die helemaal bovenin zitten begint bij mij de maag direct om te draaien.

Daarbij komt dat veel artiesten die in Carré optreden ook vaak in Duitsland te vinden zijn. Ik moet er niet aan denken!

 

Dus koos ik toch maar voor het schrijven van een boek. Al schrijvend ervaar ik overigens wel dat ik onwillekeurig op zoek ben naar een rode draad, een thema. Pratend met vrienden over dit project is altijd de meest prangende vraag: maar wat wil je nu eigenlijk? Is wat jij te vertellen hebt wel interessant voor de lezer, wie dat dan ook moge zijn.

Bij een cabaretvoorstelling kan de zaal de eerste keer nog wel eens vol zitten met vrienden, kennissen en familieleden. Bij de uitgave van een boek zal de uitgever met zo’n afnamekring niet bij voorbaat tevreden zijn.

 

Dit maakt ook de verleiding groot eindeloos te gaan zitten schrappen en herordenen. Nu is dit met de huidige computerprogramma ’s niet zo’n heidense klus meer dan in de tijd van de typemachine. Of nog verder in de tijd: papier en pen, al dan niet met carbonpapier.....

 

En toch doe ik het niet: ik schrap niet.

U vraagt zich ongetwijfeld – of is het: waarschijnlijk of misschien? – af of een schrijver nu juist niet als kenmerk heeft dat hij schrapt in zijn teksten. Eindeloos schrapt.

 

Het doet me denken aan schilders die 100 keer zwart op zwart schilderen. Want elke zwart is weer anders! Met als gevolg dat er allerlei ultraviolette stralen aan te pas moeten komen om vast te stellen dat het echt een schilderij is van Fred Pollack. De schilderijen van Fred Pollack resulteren in bewustwording van kwetsbaarheid en zeker de laatste tijd in toenemende mate ook van weerbaarheid. Niet de vergankelijkheid, maar de slinger van de tijd staat op de panelen gegrift. Alles is op bevrijding gericht!

'Kleur leidt af van de essentie', zegt Fred Pollack. Hij schildert zijn vormen met een mengsel van lichte naar donkere verf op panelen die zijn doorboord met een serie gaten.
Lijnen worden met grafiet ingekrast.
Fred Pollack beperkt zich tot de niet-kleuren zwart en wit met alle nuances daartussen en hij bindt zichzelf aan het stelsel van gaten in het paneel. De licht-donkerwerking van de olieverf stimuleert zijn vrijheidsdrang terwijl de elkaar confronterende en kruisende rijen gaten zijn emotie de pas afsnijden en de reflectie activeren.
Zijn vormen zijn niet direct herkenbaar maar ze staan wel ergens voor en gaan met elkaar een relatie aan. Dat veroorzaakt spanning en wel tussen de angst om iets van zichzelf te verliezen en de bescherming die men zoekt bij de ander, tussen verscheurdheid en concentratie.
Men kan de kunst van Pollack zien als statements in een proces naar bevrijding van spanningen en emotie.

Zijn vormen suggereren een vervreemding van hun omgeving. De figuren zijn tot elkaar veroordeeld of dringen zich tegen een van de kaders alsof ze zich aan de situatie willen onttrekken.
De essentie ligt in de beperking. De vormen zijn fragmenten, los van elkaar, maar elkaar voortdurend aantrekkend. Dat versterkt de dualiteit in betekenis.
De regelmaat in het stelsel van boorgaten en de vormen met hun afgeknotte figuratie zijn leidraad voor een statement dat zich prijs geeft, maar ook ontsnapt aan een eenduidige verklaring. Dat maakt het opnieuw spannend wat nog wordt gestimuleerd door de wisselwerking van de gebruikte materialen, het harde paneel en de van licht naar donker vervloeiende verf.
De schilderijen van Pollack suggereren een gevoel van beklemming, van isolement en bevrijding in het contact met de ander. Er blijft een wisselwerking in de relaties.
Daarin is dan weer een parallel te zien van de kunstenaar tot zijn situatie. Fred Pollack ervaart het als een krachtenspel: hoe ver geeft de een zich bloot aan de ander, tot waar behoudt men zijn identiteit?

Let op!
Persberichten worden geplaatst zonder correcties of wijzigingen. De mening van de redactie komt niet altijd overeen met de mening van de auteur.

 

http://presscenter.nl/Message/default.asp?CatID=250&NewsID=1219 (d.d. 30/06/2007)
 

 

Ik schrap niets, ik laat alleen de spellingscontrole er over heen gaan. Waarom? Omdat er geen enkele garantie is dat bij mijn overlijden mijn nabestaanden zorgvuldig blaadje voor blaadje zullen doorbladeren om te zoeken naar de originele versie van dit –inmiddels wellicht  wereldberoemde- boek. De kans is groot dat ze een kringloopbedrijf – in mijn geval Mamamini in Groningen – inschakelen om mijn huis leeg te kruien. Een kleine kans dat een vrijwilliger er nu juist mijn manuscript er uit haalt. Veel meer kans dat de troep in vuilniszakken buiten wordt gezet. En of NOVA dan nog op tijd is?

Verder lezen als je wilt
of
terug naar de vorige bladzijde